Groenland

 
 

Groenland bestaat - in tegenstelling tot de naam doet vermoeden - voor 6/7 deel uit ijs. Smalle kuststroken met diepe dalen, groene fjorden en rijzige bergen scheiden deze witte ijswoestijn van de zee. Samen met de subarctische gebieden van Canada en Siberie behoort het binnenland van Groenland tot de koudste gebieden van de noordelijke hemisfeer. Wekenlang kunnen er temperaturen heersen van -30C. De thermometer kan er plots dalen tot -60C, -80C. Soms razen ook stormen over dit ijsplateau. Ieder jaar wordt de ijskap dikker. Zijn huidige doorsnee is 2.135 meter. Op sommige plaatsen zelfs meer dan 3.000 meter.
 
 
 
 
 
 

De ijskap als natuurlijk archief
Als natuurlijk archief is deze ijsmassa van onschatbare waarde voor de moderne wetenschap. Alle sporenstofen die in de loop van de tijden met de sneeuw uit de atmosfeer naar beneden kwamen, werden in de ijslaag opgenomen, hermetisch afgesloten en bij temperaturen van -50C bewaard. Zij zijn onvervalste indicatie voor de chemische en fysische samenstellingen van de atmosfeer. Net als de jaarringen van bomen, kunnen deze ijslagen geteld worden, wat toelaat iedere ijslaag nauwkeurig te dateren. Groenlands ijsmassa toont zich bijzonder rijk aan sporen van vulkaanas, mineralen, kosmische deeltje en continentale erosiestoffen uit het Krijt en Tertiair tijdperk toen het een veel warmer klimaat kende. Het ijs biedt dus nauwkeurige informatie over klimaatveranderingen. Maar ook de radioactieve afvalstoffen, zware metalen, organsiche substanties en de zure regen van ons industrietijdperk hebben zich ondertussen onvervalst in de ijslagen vastgezet.