DE ESKIMO'S

Eskimo's en Groenlanders
Oostkust geisoleerd
Eskimo's van het hele noorden
Het Mongoolse ras over de Beringstraat

Eskimo's en Groenlanders
Sermiligaaq ligt aan de oostkust van Groenland. De bewoners van de Oostkust zijn samen met de Pooleskimo's in het noordwesten nog de enige rasechte Eskimo's van Groenland. De bevolking in het westen van Groenland is sinds de 17e eeuw beinvloed door Denemarken en de rest van Europa. Hier kan men dus ook veel Europees bloed vaststellen, zodat er in het westen geen sprake meer kan zijn van authenthieke Eskimo's, maar van Groenlanders.

Oostkust geisoleerd
Wat betreft de Eskimo's is er over de Eskimo's van de oostkust lang niet zoveel bekend als van de Pooleskimo's. Dit komt doordat heel lang de overtuiging leefde dat de oostkust van Groenland onbewoond was. Pas in 1884, tijdens zijn 'Vrouwenbootexpeditie'ontdekte de Deen Gustav Holm de bewoners van de streek Ammassalik. Voor deze Eskimo's - toen zo'n 400 mensen - was het vermoedelijke eerste contact met blanken. Oorzaak van deze eeuwelange isolatie waren de sterke poolstromingen en het dichte pakijs, die de oostkust praktisch ontoegankelijk maakte vanuit zee. De westkust daarentegen is veel milder.

Terug naar het begin

Eskimo's van het hele noorden
Het gebied waarin de Eskimo's wonen, strekt zich gigantisch groot uit van Alaska over Noord-Centraal Canada tot aan de Atlantische kusten van Labrador en Groenland, een afstand van 10.000 kilometer. In kleine groepen verdeeld, leefden ze langs de kusten of rivieren. Men schat het aantal Eskimo's vandaag op 80.000 tot 90.000 mensen. Ondanks de enorme uitgestrektheid van hun woongebied vormen ze antropologisch, cultureel en taalkundig een gesloten eenheid. Ze hebben twee levensbelangrijke problemen met elkaar gemeen: de strijd tegen de honger en de kou. Deze strijd zette een diepe stempel op de leefwijze, cultuur en geaardheid van deze mensen in het hoge, barre noorden. Toch is het verkeerd alle Eskimo's over een kam te scheren. Ze hebben veel gemeen, maar ook duidelijke verschillen. De meeste Eskimo's leefden namelijk geografisch totaal geisoleerd. Ze waren van andere Eskimogroepen en van de buitenwereld volledig afgesneden, zodat zich bij iedere groep vanzelfsprekend een aantal eigenheden ontwikkelden.

Het Mongoolse ras over de Beringstraat
De Eskimo behoort tot het Aziatische-Mongoolse ras. Het heeft veel kenmerken gemeen met het Mongoolse type. Opvallend is wel zijn andere bloedgroep: het zuiver Mongoolse ras heeft doorgaans bloedgroep B, de Eskimo daarentegen bloedgroep O. Het wordt tegenwoordig algemeen aanvaard, dat tussen 60.000 en 50.000 v. Chr. mensen van het Mongoolse ras vanuit Noord-Oost-Azie over de Beringstraat naar Noord-Amerika migreerden. De Beringstraat lag vele duizenden jaren lang volledig droog en vormde een landverbinding tussen Azie en Noord-Amerika. In feite zullen deze zwervende volkeren, die oost naar west trokken, er zich niet van bewust geweest zijn dat ze een ander werelddeel betraden. De meeste trokken naar het zuiden, waar ze ijsvrije gebieden bereikte. Ze bereikten zelfs het Zuid-Amerikaanse continent. In het zuiden lagen echter wel de territoria van diverse indianenstammen, die deze zwervers meestal vijandig gezind waren. Het woord 'Eskimo' is een indiaanse benaming voor 'rauwevleeseter'. De Eskimo zelf noemde zich 'Inuit', wat in hun taal 'mensen' betekent. Deze voorvaderen staken de landbrug staken de landbrug over en jaagden op mammoeten, bisons, muskusossen en rendieren. Rond 7.000 v. Chr. kwam de Beringstraat, door het stijgen van de zeespiegel onder water te staan en nam haar huidige toestand aan. Zwervend langs de kusten pasten de jagers zich aan hun omgeving aan. Ze werden uitstekende jagers op zeezoogdieren: robben, walrussen, walvissen. Etnologen vermoeden dat eskimo-groepen het noorden van Groenland bereikten ongeveer 2.500 v. Chr.

Terug naar het begin