Geesten
De verschijnselen, de 'dingen'
in de natuur die de Eskimo's niet onmiddelijk konden verklaren, boezemden
hen angst in. Die 'dingen' waren geesten en zij heersten op het land, in
de zee, op het ijs, in de lucht en in de zielen van mensen en dieren. De
geesten beslisten over goed en kwaad en zij hadden alle macht. Ze maakten
het leven mooi en aangenaam, maar ook ondraaglijk hard. Geesten konden
ziektes en dood brengen en vreselijke stormen over het land jagen. Het
was dus van groot belang goed te staan met deze geesten. Vooral de jager
moest om de geesten goed te stemmen, op veelvuldige taboes letten en allerlei
regels naleven bij het doden van de dieren en het stropen van de huid.
De Angakok
Als niemand wist welke regels niet
nageleefd waren, of welke taboes over het hoofd gezien werden, als amuletten
en magische woorden niet meer hielpen, dan was er nog de Angakok, de medicijnman
in het dorp. Hij genoot groot aanzien en werd gevreest door de andere dorpsgenoten.
Hij werd aangesteld of gekozen door een andere Angakok, die hem in zijn
magische krachten en kunsten inwijdde. Meestal verkoos een vader zijn zoon
en een moeder haar dochter. Hij fungeerde als genezer, priester en tovenaar
tegelijk. Hij kende de taal van de geesten en kon met hen spreken. Iedere
Angakok beschikte over een beschermgeest, meestal de geest van een overledene.
Niemand stelde vragen of kritiseerde de Angakok, als deze geen resultaat
bereikte. Stierf de zieke, dan waren de boze geesten te sterk aanwezig.
Het
hiernamaals
De Eskimo's beschouwden de dood
als overgangsfase naar het Qudlivun, het gelukkige land. Het geloof aan
een hiernamaals - bij sommige groepen ook aan een wedergeboorte -, was
een belangrijke eigenschap van hun levensfilosofie, die de gebruiken en
de handelingen van dit natuurvolk in het barre noorden sterk beinvloedde
en bepaalde. Het liet toe, bij perioden van schrijnende honger, overtollige
kinderen te doden, euthanasie bij zwakke of oudere mensen verantwoord,
en deed oude Eskimo's gelaten de vriesdood te zoeken, als ze het gevoel
hadden uitsluitend nog een last te zijn voor de gemeenschap en hun familie.
Alhoewel ze geen voorstelling konden maken over een volgend leven, geloofden
de Eskimo's in het eeuwige geluk na de dood.
Verval
van goede zeden?
De barre natuur in het hoge noorden
eist mensen die krachtig en gezond zijn. Zwakkelingen hebben er geen kans.
De Angakok had, na eeuwenlange observatie en overlevering, vastgesteld
dat incest een volk onvermijdelijk uitgeput en zwak maakt. Opdat men zich
niet alleen binnen de clan zou voortplanten, organiseerde hij feesten met
gemeeschappelijke seks. Dit werd echter door de Europeanen misbegrepen
en als verval van goede zeden veroordeeld. De eeuwelange strijd om te overleven,
de drang naar zelfbehoud vormde echter bij de bewoners van Arctica een
eigen levensinstelling, die vele seksuele en morele vrijheden toeliet en
verantwoordde.
Partnerruil
Polygamie zelf kwam maar zelden
voor. Het ruilen van partner verliep volgens strenge reglementen en wie
zich daar niet aan hield, kon grote conflicten uitlokken. Als een jager
een nacht met een vrouw wilde afspreken, moest hij eerst zijn vrouw daarvan
op de hoogte brengen. Zij werd echter niet naar haar mening gevraagd, wat
niet betekende dat de Eskimo-vrouw onderdrukt werd. Integendeel, ze zag
in dit gebruik een middel om haar existentie en belang te bewijzen. Zolang
de spelregels wat betreft partnerruil in acht werden genomen, kende de
Eskimo's geen nijd en jaloersheid. Moeilijkheden en conflicten rezen pas
dan, als iemand in geheim een andere partner opzocht of uit een korte partnerruil,
een langere verhouding dreigde te groeien. In deze gevallen hield de tolerantie
abrupt op.
Ook het gebruik waarbij de Eskimo
een gast zijn vrouw aanbiedt was meer dan een gebaar van gastvrijheid.
Op die manier kwam er nieuw bloed in de clan.
Oplossen
van conclicten
Alle jagers in de groep hadden
dezelfde sociale status. De Eskimo's kenden geen leiders, geen bestuur
dat wetten en reglementen bepaalde. Toch voegden zij zich spontaan naar
de regels. Bij overtreding van deze regels, of bij het verwaarlozen van
bepaalde gebruiken werd de persoon in kwestie gestraft. Meestal werd hij
of zij in het openbaar bespot of uitgelachen. Bij sommige groepen werd
een discussie of een vete bijgelegd met een soort trommel-zangwedstrijd.
Het publiek oordeelde. Ook een fysisch minder sterke man kreeg op die manier
de kans als winnaar uit het conflict te komen. Het gebeurde ook dat een
man na een conflict met zijn familie wegtrok uit de groep. Het ging niet
altijd zo vredig. Soms vochten de mannen een duel uit met de vuist of met
wapens.
De trommel
De Eskimo's kenden maar één
muziekinstrument: de trommel. Een afgesleten buikvel van een rob werd over
de ribben van een walrus gespannen en uit de rib van een zeehond werd een
trommelstok vervaardigd.
In het Oosten van Groenland wordt de trommel nog sporadisch op feesten bovengehaald. Het zang-trommelgevecht bestaat niet meer en ook De Angakok die zijn rituelen met tromgeroffel begeleidde, is allang van het schouwspel verdwenen. In 1920 kende de Sermiligaaq zijn laatste Angakok.